Waarom ondernemende beroepsvaardigheden de toekomst zijn
Laat jongeren survivallen in de praktijk
Dertig jaar bij de zaak? Grote kans dat de studenten van nu dat niet meer gaan meemaken. En dan niet alleen omdat jongeren zelf houden van flexibiliteit en nieuwe uitdagingen. Nee, ook omdat jonge werknemers vaker te maken krijgen met kortlopende contracten en zzp-constructies. De arbeidsmarkt is veranderd en niet zo’n beetje ook. De vraag is alleen: hoe bereiden we studenten daar goed genoeg op voor? Ondernemende beroepsvaardigheden en hybride onderwijs bieden uitkomst.
21st century skills aanleren: nuttig of nutteloos?
Het algemene idee is dat studenten moeten beschikken over een breed palet aan generieke vaardigheden om straks te slagen op de arbeidsmarkt. We kennen ze inmiddels wel onder de noemer ‘21st century skills’. Denk aan probleemoplossend vermogen, samenwerken, creatief en kritisch denken, etc. Onderwijs en overheid promoten het aanleren van dat soort generieke vaardigheden volop. Het standpunt daarachter? Dat studenten met brede vaardigheden en brede kennis alles in huis hebben voor de snel veranderende arbeidsmarkt. Met die vaardigheden op zak zouden zij zelfs toekomstperspectief hebben als ze in een specialistisch of straks verdwijnend beroep aan de slag gaan.
Erik Meester, Sarah Bergsen en Paul Kirschner[1] (experts op het gebied van onderwijskunde en onderwijspsychologie) denken daar anders over. Zij zijn van mening dat generieke vaardigheden niet bestaan en dus ook niet aan te leren zijn. Vaardigheden zijn volgens hen, net als kennis, altijd domeinspecifiek en dus niet generiek.
Een voorbeeld:
Iemand die veel van geschiedenis weet, kan betere kritische vragen stellen over de rol van de Nederlandse regering in de Tweede Wereldoorlog dan een natuurkundige. Niet omdat diegene beter kritisch kan denken. Maar simpelweg omdat deze persoon meer over het onderwerp weet. Kritisch denkvermogen, creativiteit en andere vaardigheden zijn in die zin altijd verbonden aan een domein.
Volgens de drie experts is het dan ook een misvatting dat je kritisch of creatief leert denken door te oefenen en door de bijbehorende technieken aangeleerd te krijgen, los van een specifiek vak.
Wat is er dan wél nodig om studenten beter voor te bereiden op een toekomstige baan? In onze ogen is dat vooral een goede aansluiting van het onderwijs op de praktijk.
Toekomstperspectief steeds belangrijker bij studiekeuze
Het zit zo: de belangrijkste vraag van veel studiekiezers is “Wat kan ik straks met deze opleiding?”. Jongeren hebben tegenwoordig weer een grotere behoefte aan een duidelijk toekomstperspectief. Logisch ook. Zeker in een tijd waarin de economische vooruitzichten verslechteren en het werkaanbod niet voor het oprapen ligt. Niet gek dus dat beroepskeuze een groeiende motivatie voor jongeren is in de keuze van een vervolgopleiding. Het geeft ze een prettig gevoel als hun opleiding aansluit op een wereld, sector en/of functie waarin straks werk is.
Meer en betere samenwerking tussen onderwijs en beroepenveld
Op dit moment ervaren studenten binnen het mbo en hbo alleen nog een sterke scheiding tussen theorie en praktijk. Ook veel professionals in het onderwijs vinden dat opleidingen zich te weinig richten op het toekomstige beroepenveld en de skills die daarbij horen.
Hoe vaak gebeurt het nog dat studenten pas na hun eerste praktijkervaring het licht zien? En dat ze dan pas snappen waarom het studieprogramma er op deze manier uitziet en waarom bepaalde vakken zo belangrijk zijn.
Daarom lijkt hybride onderwijs een slimme zet. Oftewel: een combinatie van theorie en praktijk. Als je het onderwijs en de praktijk sterker met elkaar verbindt, is het voor studenten namelijk eerder duidelijk waarom ze vakkennis en vaardigheden nodig hebben om straks succesvol te zijn op de arbeidsmarkt. Dat draagt ook bij aan hun motivatie tijdens de studie.
Hybride onderwijs en ondernemende beroepsvaardigheden
Daarom luidt ons advies: laat niet alleen in je voorlichting zien waar afgestudeerden terechtkomen, maar creëer vooral in het opleidingsprogramma zelf meer samenwerkingsprojecten met het beroepenveld. Anders gezegd: streef naar hybride onderwijs waarin theorie aansluit op de beroepspraktijk. Geef toepassingen, onderzoeksvragen, en innovatievraagstukken van bedrijven en organisaties een plek in het onderwijs. Het liefst al vanaf jaar 1. En laat studenten in praktijksituaties bijdragen aan oplossingen.
Meer hybride onderwijs biedt ook de oplossing voor het eerder geschetste probleem van de huidige leermethode van de 21st century skills. Beter is het om studenten vaardigheden niet in theorie maar in de praktijk aan te leren. En dan specifiek in die specifieke situaties waarin je met de nodige vakkennis je vaardigheden toepast en traint. Zo maken de 21st century skills plaats voor wat wij ondernemende beroepsvaardigheden noemen.
Survivallen in de praktijk
Welke skills (of ondernemende beroepsvaardigheden) studenten in de toekomst nodig hebben om zich op de arbeidsmarkt te redden? Een scherpe blik laat zien dat die specifieke vaardigheden vaak nog niet staan beschreven in de kwalificatiedossiers en curricula. Daar ligt dus nog een actiepunt. Belangrijk is om studenten niet alleen op te leiden voor een eindkwalificatie, maar ook voor de weg naar hun toekomst. Maak jonge mensen flexibel voor verandering. Leer ze survivallen in praktijksituaties. En wel door ze de juiste ondernemende beroepsvaardigheden daarvoor aan te leren.
Professor Henry Jenkins schreef in 2009 al over de new skills. Van de selectie van vaardigheden die hij maakte, word ik zelf erg blij. Minder blij word ik van de verbastering die er uiteindelijk van is overgebleven onder de noemer ‘21st century skills’. Liever zou ik uitgaan van de onderstaande 11 vaardigheden van Jenkins. Die zijn wat mij betreft dé ondernemende beroepsvaardigheden waar we in hybride onderwijs in samenwerking met het beroepenveld mee aan de slag moet gaan:
- Onderhandelen: het vermogen om door diverse (online) communities te bewegen, verschillende perspectieven te herkennen en respecteren, en andere normen te kunnen overnemen of volgen.
- Netwerken: het vermogen om (online) informatie te zoeken, te bundelen en te verspreiden.
- Simuleren: het vermogen om dynamische modellen van de wereld te begrijpenen te creëren.
- Spelen: het vermogen om problemen op te lossen en creatief te verkennen in reële of virtuele omgevingen (ook in bijvoorbeeld games).
- Representeren: het vermogen om andere identiteiten aan te nemen met het doel om te leren, te spelen en te ontdekken.
- Oordelen: het vermogen om verschillende informatiebronnen te beoordelen op betrouwbaarheid en integriteit.
- Toe-eigenen: het vermogen om media-inhoud op een betekenisvolle manier te gebruiken en te remixen om op die manier nieuwe dingen te creëren.
- Schakelen: het vermogen om je omgeving te scannen en je aandacht snel te verleggen. Met name in een wereld die vecht om je aandacht moet je daar zelf de baas over blijven.
- Transmedia-navigatie: het vermogen om een verhaallijn te volgen die verspreid is over meerdere mediakanalen.
- Uitbestede intelligentie: het vermogen om digitale tools die je vermogens vergroten te leren gebruiken op een betekenisvolle manier.
- Groepsleren: het vermogen om kennis te bundelen en kennis te delen met anderen voor een gedeeld doel, namelijk offline en online samenwerken in kennisgroepen.
Wat vraagt dit van het onderwijs?
Juist die 11 ondernemende beroepsvaardigheden verdienen wat mij betreft een plek in het studieprogramma. Om deze vaardigheden actief in kwalificatiedossiers van de opleidingen te krijgen, zijn twee dingen belangrijk: lef en communicatie.
- Lef: wacht niet met het integreren van ondernemende beroepsvaardigheden, maar wees een pionier. Het is nu al nodig, dus begin nu.
- Communiceer: leg duidelijk uit aan de studenten waarom bepaalde vaardigheden cruciaal zijn voor de arbeidsmarkt.
Een taak voor onderwijs en bedrijfsleven
Veel instellingen actualiseren hun opleidingsaanbod en vakkennis voortdurend, maar er is onvoldoende aansluiting met de vraag en behoeften van het beroepenveld. Kennisuitwisseling tussen bedrijfsleven en onderwijs en samenwerking tussen professionals en docenten is nog veel te vrijblijvend. Dat terwijl beide wel degelijk essentieel zijn voor de kwaliteit van het onderwijs en voor de benodigde vernieuwing.
Daarom streven wij naar hybride onderwijs waarin theorie en praktijk sterker met elkaar verbonden zijn. De uitdaging voor zowel het onderwijs als het bedrijfsleven is om nieuwe vormen van leren en werken te ontwikkelen om studenten juist die ondernemende beroepsvaardigheden te leren, die aansluiten bij hun behoeften én bij de veranderende arbeidsmarkt.
Wil je weten hoe je jouw opleiding kunt aansluiten op de behoeften van jongeren en op de arbeidsmarkt? Of wil je vrijblijvend met ons sparren over dit thema? Bel of app Arco via 06 – 81 83 37 02. Of mail arco@mrkeating.nl. Nice to meet you!
[1]
https://www.scienceguide.nl/2017/12/holle-retoriek-21st-century-skills